De bouten 24 uur in een marinade zetten van: rode wijn met selderij, peterselie, ui, winterwortel, citroen 2 schijfjes. De bouten droog deppen en bekleden met het spek en aanbraden, daarna lang laten stoven en regelmatig keren. De marinade met alle kruiden bewaren, de peterselie enz. zeven en fijndrukken met een pollepel o.i.d. Als de bouten gaar zijn (dit kan je controleren door met een vork in de bout te prikken vlak bij het bot, gaat dit makkelijk, dan is de bout gaar). De bouten af laten koelen en dan grove stukken eraf halen (gaat het makkelijkst met de handen, vind ik). Dan een roux maken van de braadboter en de bloem, de marinade erbij gieten, beetje voor beetje tot niet te dikke saus, moet wel een stevige saus zijn) en op smaak brengen met de laurierpoer, kruidnagelpoeder (van beide niet teveel, mag niet overheersen) tom. pu., een half pakje van de ossestaartsoep (poedervorm) en op het laatst de room of culinair finesse, dan de stukken haas erbij, evt. zout een peper; op temperatuur laten komen en serveren met gekookte aardappels (liefst eigenheimers) en rode kool en niet te vergeten een stevige rode wijn. Kan ook met zelfgemaakte appelmoes of preiselbeeren deze kunnen aan de zure kant zijn. "t Is maar wat je lekker vindt.