Zet een dag tevoren de rozijnen in de week in wat kirsch, samen met wat gekneusde jeneverbessen.

Kook de aardappelen met weinig zout gaar en giet ze af.
Snijd de stukken casselerrib in blokjes, de prei in ringen, de knoflook in kleine stukjes, de paprika in stukjes en de champignons in plakjes.
Smelt het vet of de boter in een flinke braadpan, en laat de casselerribblokjes zachtjes smoren. Doe de prei en de knoflook erbij, en 3/4 van de zuurkool, die een beetje los geplukt is, en zonodig wat kleingesneden. Daarna ook de paprika en de champignons. Roer steeds goed door.
Laat dit een kwartier sudderen.
Voeg dan de ananas en de geweekte rozijnen (zonder weekvocht) toe, en de overgebleven nog rauwe zuurkool.
Zonodig nog wat zout, maar pas op, want de casselerrib is al zout!
Dan de kummel en flink vers gemalen peper.
Roer opnieuw goed door.
Laat nog 10 minuten met een deksel erop smoren.

Pureer ondertussen de aardappelen met boter, peper en nootmuskaat. Niet met melk, want dan wordt de puree te nat in dit recept.!

Schep in een ruime ovenschotel eerst de puree, wat aandrukken, daarna het
zuurkoolmengsel en daarop de mozzarella in dunne plakjes. Weer wat aandrukken.

Als laatste een half borrelglaasje kirsch er over sprenkelen en dan in
de oven op 225 gr totdat de kaas mooi bruin is, ongeveer 15 minuten.

Naar een recept van Ben Ruck