Smelt 2 el boter in een sauspannetje en fruit de bloem hierin. Giet er geleidelijk aan de bouillon bij onder voortdurend roeren. Laat op laag vuur even inkoken en zet weg.
Dep het vlees droog en strooi er flink veel peper op. Verhit 1 el boter en 1 el olie op middelhoog vuur en bak het vlees in 2 porties ca. 1 minuut. Het moet rose blijven van binnen. Haal het uit de pan.
Verhit weer 1 el boter en 1 el olie en fruit daarin de uiringen tot ze net beginnen te bruinen. Voeg de champignons toe en bak ze mee, ca. 8 minuten. Doe de biefstukreepjes bij de champignons.
Verhit ondertussen de bouillon weer (niet laten koken) en roer er de zure room, de mosterd, de dille en zout en peper door. Als de saus goed glad is voeg hem toe aan het vlees, warm nog even door en serveer onmiddelijk.