Laat de gedroogde paddestoelen een uur weken in 3 dl koud water. Snijd het kalfsvlees in flinke blokken. Snipper de ui en de knoflook. Smelt de boter in een braadpan en bak de vleesblokjes op hoog vuur bruin. Voeg de ui en knoflook toe en laat even meebakken. Zout en peper het mengsel. Maak zonodig wat grote stukken geweekte paddestoel kleiner en doe ze in de pan, samen met het weekvocht. Voeg de paprikapoeder, garam massala en piment toe. Breng opnieuw aan de kook en laat op zacht vuur met deksel op de pan 1 uur sudderen.
Maak ondertussen de cantharellen en champignons schoon en snijd ze in stukjes. Doe ze in de pan en breng aan de kook. Laat nog een half uur sudderen. Roer de zure room erdoor.
Lekker met spatzle, rijst of gnocchi.
Spatzle zijn zelfgemaakte noedels:
Roer de ingrediënten tot een dik beslag, en laat het een halfuurtje rusten. Kook een ruime pan water met zout. Duw het deeg met een pollepel door een vergiet in de pan, of gebruik een spatzler (te koop in Duitsland, heel handig apparaat), waarmee je het deeg boven de pan over een soort rasp haalt. De bedoeling is dat het deeg in vlokjes in het hete water valt, en daar kookt. Zogauw de vlokjes komen bovendrijven zijn ze gaar. Schep ze met een schuimspaan uit het water, en houdt ze warm. Roer er desgewenst een klontje boter door