Oven voorverwarmen op 180˚
De champignonstelen uit de hoeden draaien en zonodig met een lepeltje de hoeden wat verder uithollen.
Strooi wat peper en zout in de hoeden en laat dit ondertussen wat intrekken.
De fijngehakte stelen tussen een schone keukendoek leggen en met een deegrol of gladde fles uitpersen
totdat het meeste vocht door de keukendoek is opgenomen.
Bak de uitjes in de boter op niet te fel vuur tot ze glazig zijn. Doe er dan de uitgeperste champignonstelen
bij en laat dit onder af en toe roeren stoven tot al het vocht verdampt is.
Bereid ondertussen de bechamelsaus door de boter in een pannetje te laten smelten. Roer er de bloem door
en laat dit zachtjes garen maar laat de "roux" niet bruin worden. Voeg er dan, al roerende met een garde,
de opgewarmde melk beetje bij beetje toe zodat de melk door de roux is opgenomen.
Voeg de bechamelsaus en de peterselie bij de gesmoorde champignonstelen en breng op smaak met peper en zout.
Vul de hoeden met het mengsel en plaats deze in een beboterde vuurvaste schaal.
Strooi er paneermeel en geraspte kaas over en leg op elke champignon een vlokje boter.
Bak de champignons 20 tot 30 minuten in de oven en serveer direct.